Proces

 Omdat we er zeker van willen zijn dat je in je missie zal slagen, hebben we een stappenplan voor je gemaakt. Volg het nauwgezet en wijk niet af van het pad!

Wat verwachten we concreet van je? Een tekst van maximum 1 pagina (voorkant) lang. Je bespreekt in deze pagina's de geschiedenis van 'woord van het jaar' (van Van Dale), vervolgens kies je een woord van het jaar en verantwoord je jouw keuze voor het 'woord van het jaar 2008-2013' met duidelijke argumenten. Denk ook aan een inleiding en een slot. Om tot een goed resultaat te komen volg je onderstaand stappenplan

Stap 1: Bekijk de bronnen

Op de volgende pagina vind je verschillende bronnen die je helpen om je werk te maken. Je leest alle bronnen die verband houden met 'woord van het jaar' en 'Van Dale'. Lees ze zorgvuldig door.

Stap 2: Vervolledig je eerste taak

  Alle bronnen gelezen? Dan wordt het tijd dat je je tegenover ons bewijst en ons overbluft met je kennis. Schrijf een tekst van minstens een halve pagina waarin je de geschiedenis van Van Dale en 'woord van het jaar' in uitlegt. Denk eraan: we zitten niet in de les geschiedenis dus hou het kort en beknopt maar doe het wel grondig. Om je op weg te helpen hebben we enkele vragen gemaakt die zeker in je tekst verwerkt.

Wanneer ontstond Van Dale?
Wat doet Van Dale allemaal?
Wat is  'woord van het jaar' juist?
Zijn er verschillende categorieën waarop je kan stemmen? Zo ja, welke categorieën zijn er allemaal?

Stap 3: Bekijk 'De jury' en kies jouw 'woord van het jaar 2008-2013'

Op de pagina 'De jury', vind je alle genomineerde woorden. Elk jurylid heeft zijn eigen favoriet. Bekijk de verschillende woorden en kies jouw 'woord van het jaar 2008-2013'. Ga dan terug naar de pagina 'Bronnen' en bekijk daar alle bronnen die te maken hebben met jouw woord.

Stap 4: Beargumenteer je keuze

Nu je een keuze hebt gemaakt, verwachten we wel dat je deze kan beargumenteren. Schrijf in minstens een halve pagina waarom je voor dit woord hebt gekozen. In elke alinea geef je 1 argument en leg je het verder uit. Omdat we er zeker van willen zijn dat je een gemotiveerde keuze maakt, willen we minstens 3 argumenten lezen. Elke alinea bestaat uit minstens 5 regels. Dus kort samengevat: je schrijft een halve pagina met minstens 3 alinea's die elk een argument bevatten dat in de alinea verder wordt uitgelegd.

Stap 5: Schrijf nu je intro en slot

Elke tekst heeft nood aan een inleiding en een slot. Nu je de tekst volledig hebt geschreven, kan je beginnen aan je inleiding. Hierin schrijf je waarover je tekst gaat. Op het einde van je tekst hoort een slot. In het slot schrijf je GEEN nieuwe informatie maar vat je de tekst kort samen.

Stap 6: Herlees je tekst

Om er zeker van te zijn dat je tekst voldoet aan onze standaard, is het belangrijk dat je tekst naleest en herschrijft waar nodig. We hebben enkele tips voor je opgesteld die je in je achterhoofd moet houden!

- Spelfouten horen niet thuis in je tekst! Probeer ze daarom allemaal op te sporen.
- Controleer extra op je werkwoordsvormen! Was het nu weer word je of wordt je?

- Schrijf kort en krachtig. Maak liever korte zinnen dan lange onleesbare zinnen die op niets duiden en waarvan je eigenlijk al niet meer weet over wat de zin gaat. (Deze laatste zin was een voorbeeld van hoe het niet moet!)

- Bekijk je argumenten en vraag je af of het argumenten zijn die relevant zijn.

- Herlees je tekst nog een keer.

- Herlees hem een laatste keer.

Stap 7: Evaluatie

Ben je volledig klaar en heb je de tekst goed nagelezen? Dan wordt het tijd om jezelf te evalueren. Ga naar 'Evaluatie' en kopieer daar de tabel. Je plakt deze in het worddocument waar ook je tekst staat. Deze tabel komt op een aparte pagina in het document. Je leest eerst de volledige tabel, vervolgens zet je de tekst in het vet waar je jezelf plaatst. Heb je dit gedaan, stuur je het volledige document door naar de leerkracht. Heb je nog tijd over, kan je je verdiepen in de andere woorden waarvoor je niet hebt gekozen.